De Hottentottaling is een kleine eendensoort die voorkomt in het zuiden, zuidoosten en het westen van Afrika, en op Madagaskar. In de 18e eeuw is hij meegenomen naar Europa om te houden voor de hobby.
Kenmerken
De Hottentottaling is het kleinste zwemeendje, met een lengte van 34 centimeter. Hij is ook één van de stilste eenden. Hij kwaakt nauwelijks. De woerd, het mannetje, weegt rond de 250 gram en het vrouwtje
rond de 220 gram. Het mannetje en het vrouwtje zijn bijna niet uit elkaar te houden. Het vrouwtje heeft een vlek op haar borst waar het mannetje een streep heeft. Het is moeilijk te zien. De Hottentottaling heeft een opvallende blauw-zwarte (ook wel: teal-kleurige) snavel.
Dit eendje is klein maar dapper en staat zeker zijn mannetje.
De Hottentottaling
valt onder de zwem- of grondeleendjes en is een 'holenbroeder'. Dit betekent dat
ze hun nestje bouwen aan de rand, of het liefst ín de rand van de eendenvijver. Ze kunnen gemakkelijk met andere eendensoorten gehouden worden, ook met de wat grotere eenden en watervogels.
Hun kuikens zijn bruin aan de bovenkant en hebben een gele buik. Zo denken vissen dat ze tegen de zon aankijken en kunnen roofdieren de eendjes moeilijker zien.
Leefomgeving en dieet
De Hottentottaling voelt zich prima in kleine vijvers. Maar hoe groter de vijver is, hoe beter natuurlijk. Ze vinden het wel fijn om wat beschutting langs de vijver te hebben. Planten die in het water groeien en langs de rand, maar ook de wat hogere grassen geven het kleine eendje wat grip om uit de vijver te komen als dit nodig is. Je kunt ook wat afdakjes plaatsen langs de rand van de vijver, mooi verscholen tussen het riet of gras. Daar kunnen ze veilig schuilen voor roofdieren.
De Hottentottaling is geen moeilijke eter, toch hecht hij wel waarde
aan de kwaliteit van het voer. Koop dan ook zeker speciaal watervogelvoer (waar veel vitamine en mineralen inzit).
Daarnaast kun je ze verwennen met groenvoer, zoals andijvie, sla of witlof.
Hoewel deze eendjes uit warme gebieden komen, kunnen ze goed tegen de Nederlandse en Belgische winters. Zolang de vijver voor een deel ijsvrij blijft en er schuilhokjes zijn waar ze in zouden kunnen kruipen is er niet veel dat je hoeft te doen. Tenzij ze jongen hebben, dan zul je voor extra warmte moeten zorgen. Daarover zo meer.
Broedseizoen
Het paringsseizoen begint bij de
Hottentottaling al in december, veel vroeger dan bij andere eendensoorten.
In januari kunnen dan al de eerste eitjes gelegd zijn. Het is aan te raden de eitjes van die eerste, vroege leg uit te broeden in een broedmachine.
Het broedseizoen is van december tot augustus. De broedtijd is 25 dagen en meestal leggen ze 6 tot 8 eieren. Ze komen helaas niet altijd allemaal uit. Zowel het mannetje als het vrouwtje zorgen voor de kuikens. Als ze 10 weken oud zijn verlaten ze het nest. Meestal is het vrouwtje dan al volop bezig om een nieuw nest te maken.
Het is niet alleen bij Hottentottalingen uitermate belangrijker om een koppeltje aan te schaffen. Het geldt voor alle eenden. Eenden zijn altijd op zoek naar een partner, en als die er niet is, zijn ze doodongelukkig.
Weetje
Eenden hebben een zogenaamde 'sluitklier'. Deze klier produceert vet. En door zelf dat vet over hun verenkleed te verspreiden, blijven ze drijven. Deze klier is du heel belangrijk voor hen. Als ze te weinig zwemwater hebben, of het water is te vuil, dan stopt de klier met werken.
De Eendjes raken onderkoeld en sterven. Daarom is het heel belangrijk om regelmatig de vijver goed schoon te maken en een pomp te gebruiken, zodat het water altijd in beweging blijft.