De Indische loopeend komt al voor op hiërogliefen in oude Javaanse tempels en is verwant aan de traditionele eend uit Indochina. Oorspronkelijk komt de Indische loopeend uit Indonesië (Java, Lombok en Bali) en is daar gedomesticeerd. Deze eend werd rond 1850 naar Europa en Amerika meegenomen.
Uiterlijk
De Indische loopeend (ook flesseneend genoemd) is een makkelijk te herkennen eend die vanwege zijn charmante, opvallende uiterlijk en hoge eierproductie altijd populair is geweest.
Deze loopeend heeft wel wat weg van een pinguïn of lopende wijnfles. Je zult veel plezier beleven aan het observeren van deze slanke dieren terwijl ze door je tuin waggelen.
De standaard kleuren zijn wit, zwart, chocolade en grijs. Ze zijn echter ook verkrijgbaar in allerlei niet-gestandaardiseerde kleuren.
Vrouwtjes worden ongeveer 50 cm lang en mannetjes tot 66 cm, gemeten van kruin tot staart. Ze wegen tussen de 1,4 en 2,3 kilogram. Mannetjes zijn te herkennen aan een kleine krul in de staart. Vrouwtjes hebben deze niet. Tijdens de rui kan de staartkrul ook tijdelijk verdwijnen.
Deze eenden hebben een goed karakter al kunnen ze wat opvliegend zijn (letterlijk). Ze kunnen kortstondig een meter hoog springen, maar verder vliegen ze niet. De Indische loopeend kan wel enorm snel rennen, vandaar dat ze in de Engelse taal Indian Runnerduck genoemd worden.
Voeding
De Indische loopeend loopt het liefst door het gras, op zoek naar wormen en slakken, vliegen, kikkers en salamanders. Soms eet ze ook kleine muizen, fruit en bladgroenten.
Vrouwtjes eten ook schelpengrind of kippengrit vanwege de behoefte aan kalk voor hun eieren. Mannetjes eten geen grit. Er dient altijd voldoende water beschikbaar te zijn om het voedsel mee weg te spoelen. Een Indische loopeend spoelt de snavel en ogen met grote regelmaat. Een ondiep bad waar ze hun kop in kunnen steken is voor hun al voldoende. Alhoewel ze soms wel foerageren in slootjes of vijvers.
Eieren
Loopeenden staan bekend om hun bijzonder hoge leg, zo'n 150 tot 200 eieren per jaar, soms zelfs meer. De eieren worden gelegd op de meest uiteenlopende plekken, ze maken geen nesten, maar leggen eieren in een ondiep gat met veren.
Gekwaak
Alleen de vrouwtjes kwaken, mannetjes maken een schor zacht geluid. Het verschil in geluid ontstaat doordat de stembanden van mannetjes en vrouwtjes verschillen. Bij de mannelijke stembanden vormt zich een soort blaas waardoor het (luid) kwaken onmogelijk is. De vrouwtjes eend kan een zeer luide kwaak produceren.
Leuk weetje
Ferdinand uit de film Babe is een Indische loopeend.
Kortom: Indische loopeenden, vooral in een groepje, zijn entertainment genoeg om naar te kijken. Het zijn heel geschikte en leuke tuin- of boerderijdieren.