Er gaat een hardnekkig volksverhaal de wereld rond waarin
mensen beweren dat lemmingen, als ze met te velen zijn, allemaal zelfmoord
plegen door van een rots af te springen, het water in.
Dit verhaal is versterkt door de documentaire White Wilderness uit 1958 van
Disney, waarin je ziet dat de lemmingen massaal van de rotsen afspringen.
Feit is echter dat deze lemmingen speciaal waren aangekocht bij de Eskimo’s en
door de mensen van de productie gewoon over een rotswand zijn gegooid.
Het ware verhaal is dat de lemmingen, als er te veel op één plek zijn, migreren
naar een plek waar meer te eten is (en waar minder roofdieren zijn). Eén van de
lemmingen begint te rennen en de rest volgt zonder te twijfelen. Je ziet ze dan
met honderden tegelijk wegrennen.
De reis van de ene naar de andere plek is niet zonder gevaren. Soms moeten ze
door beekjes en over gevaarlijke open plekken waar ze door roofdieren goed
gezien worden. Niet zelden overleven er enkelen de reis niet. Maar de hele
meute lemmingen stopt pas met rennen als ze een plek vinden waar het beter
vertoeven is voor hen.
Dit spreekt waarschijnlijk erg tot de verbeelding, want er is
zelfs een gezegde: ‘Zich als lemmingen in iets storten’, met de betekenis: ‘collectief
de ondergang tegemoet gaan’.
Het is echter niet de waarheid.